schrikverwekkenders

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schrikverwekkenders    (hulp, bestand)
• IPA: /ˌsxrɪkvərˈwɛkəndərs/

Woordafbreking

• schrik·ver·wek·ken·ders

Woordherkomst en -opbouw

• schrikverwekkender met de uitgang -s

Bijvoeglijk naamwoord

schrikverwekkenders

1. partitief van de vergrotende trap van schrikverwekkend

   • Men kan zich niets schrikverwekkenders voorstellen, dan de dreigende donkerheid dier overhangende rotsen, die ons met verplettering dreigen. 

Gangbaarheid

• Het woord 'schrikverwekkenders' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.