schoolde
- school·de
vervoeging van |
---|
scholen |
schoolde
- enkelvoud verleden tijd van scholen
- Ik schoolde.
- Jij schoolde.
- Hij, zij, het schoolde.
- Ik schoolde.
- Het woord schoolde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
scholen |
schoolde