schooiden
- schooi·den
vervoeging van |
---|
schooien |
schooiden
- meervoud verleden tijd van schooien
- Wij schooiden.
- Jullie schooiden.
- Zij schooiden.
- Wij schooiden.
- Het woord schooiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.