schond
- schond
vervoeging van |
---|
schenden |
schond
- enkelvoud verleden tijd van schenden
- Ik schond.
- Jij schond.
- Hij, zij, het schond.
- Ik schond.
- Het woord schond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schond" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be