schokbuisje
- Geluid: schokbuisje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxɔɡbœyʃə / (3 lettergrepen)
- schok·buis·je
het schokbuisje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schokbuis
- Het woord 'schokbuisje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.