schilde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schil·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schillen |
schilde
- enkelvoud verleden tijd van schillen
- Ik schilde.
- Jij schilde.
- Hij, zij, het schilde.
- Ik schilde.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.