• sche·ten

de schetenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord scheet
     De gesprekken met deze dames waren diepgaander, maar voor de rest vloekten ze evenveel als de gemiddelde man, lieten ze evenveel scheten, rookten ze evenveel wiet en liepen ze even hard.[1]
vervoeging van
schijten

scheten

  1. meervoud verleden tijd van schijten
    • Wij scheten. 
    • Jullie scheten. 
    • Zij scheten. 
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be