satsar
- sat·sar
satsar
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van satsa
satsar
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van satse
satsar
- nominatief onbepaald mannelijk meervoud van sats
- sat·sar
Naar frequentie | 3231 |
---|
satsar
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van satsa
- «Skolan satsar 75 000 kronor under tre år för att elever ska få bättre kunskap om arbetsmarknaden.»
- De school investeert SEK 75.000 over drie jaar ervoor dat studenten een betere kennis van de arbeidsmarkt zullen krijgen.
- «Skolan satsar 75 000 kronor under tre år för att elever ska få bättre kunskap om arbetsmarknaden.»