saneerden
- sa·neer·den
vervoeging van |
---|
saneren |
saneerden
- meervoud verleden tijd van saneren
- Wij saneerden.
- Jullie saneerden.
- Zij saneerden.
- Wij saneerden.
- Het woord saneerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.