saknet
- sak·net
Naar frequentie | 66438 |
---|
saknet
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sakne
har saknet
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sakne
saknet
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van sakne
saknet
- nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van sakn
- sak·net
saknet
- nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van sakn