runde
Niet te verwarren met: Runde |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- run·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
runnen |
runde
- enkelvoud verleden tijd van runnen
- Ik runde.
- Jij runde.
- Hij, zij, het runde.
- Ik runde.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Noors
Woordafbreking
- run·de
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van rund
runde, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van rund
Nynorsk
Woordafbreking
- run·de
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van rund
runde, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van rund