ruitje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ruit·je
Zelfstandig naamwoord
het ruitje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ruit
Afgeleide begrippen
Woordafbreking
- rui·tje
Zelfstandig naamwoord
het ruitje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rui