• ruimt in
vervoeging van
inruimen

ruimt in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inruimen
    • Jij ruimt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inruimen
    • Hij ruimt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inruimen
    • Ruimt in!