Noors

Woordafbreking
  • ris·tet
Naar frequentie 6133

Werkwoord

ristet

  1. verleden tijd van riste
  2. voltooid deelwoord van riste
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

ristet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van rist


Nynorsk

Woordafbreking
  • ris·tet

Zelfstandig naamwoord

ristet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van rist
Synoniemen