rikt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rikt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rikken |
rikt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rikken
- Jij rikt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rikken
- Hij rikt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rikken
- Rikt!
Gangbaarheid
- Het woord rikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Noors
Woordafbreking
- rikt
Bijvoeglijk naamwoord
rikt, o
- onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van rik
Nynorsk
Woordafbreking
- rikt
Bijvoeglijk naamwoord
rikt, o
- onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van rik