Noordelijk Sami

Uitspraak
Woordafbreking
  • rii·pus

Zelfstandig naamwoord

riipus

  1. bezittelijke vorm voor de derde persoon enkelvoud ("zijn, haar") bij accusatief enkelvoud van riipu
  1. bezittelijke vorm voor de derde persoon enkelvoud ("zijn, haar") bij genitief enkelvoud van riipu