ridderen
- rid·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ridderen |
ridderde |
geridderd |
zwak -d | volledig |
ridderen
- overgankelijk iemand de titel ridder verlenen
- Hij werd geridderd voor zijn vele bijdragen tot de volksgezondheid.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord ridderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ridderen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be