• rib·be·de·bie
  • Etymologie onduidelijk; mogelijk uit het West-Vlaams, waarbij de betekenis oorspronkelijk "grijp 'm, pak 'm vast" of "wees er snel bij" was. [1]

ribbedebie

  1. (informeel) ervandoor, weg, verdwenen
    • Hij was ineens ribbedebie.