retireer
- re·ti·reer
vervoeging van |
---|
retireren |
retireer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van retireren
- Ik retireer.
- gebiedende wijs van retireren
- Retireer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van retireren
- Retireer je?
- Het woord retireer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.