• re·pro·che
enkelvoud meervoud
reproche reproches

reproche m

  1. verwijt
vervoeging van
reprochar

reproche

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reprochar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reprochar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reprochar