Naar frequentie 1751
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord religare.
vervoeging
onbepaalde wijs to  rely 
he/she/it  relies 
verleden tijd  relied 
voltooid
deelwoord
 relied 
onvoltooid
deelwoord
 relying 
gebiedende wijs  rely 

rely

  1. onovergankelijk on/upon vertrouwen op, zich verlaten op, rekenen [3] op
    «I know I can rely on your discretion.»
    Ik weet dat ik me op uw discretie kan verlaten.
    «The museum relies on voluntary donations to stay open.»
    Het museum rekent op vrijwillige donaties om open te blijven.
  2. onovergankelijk afhankelijk zijn van