rekenden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rekenden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrekəndə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈre.kən.də(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈre.kən.də(n)/
- (Limburg): /ˈre.kən.də(n)/
Woordafbreking
- re·ken·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rekenen |
rekenden
- meervoud verleden tijd van rekenen
- Wij rekenden.
- Jullie rekenden.
- Zij rekenden.
- Wij rekenden.