recite
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to recite |
he/she/it | recites |
verleden tijd | recited |
voltooid deelwoord |
recited |
onvoltooid deelwoord |
reciting |
gebiedende wijs | recite |
recite
- opzeggen, voordragen, declameren
- opsommen
- een werkcollege geven of volgen