Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cal·zar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
recalzar
recalzaba
recalzado
volledig

Werkwoord

recalzar

  1. overgankelijk aanaarden (van een plant)
  2. versterken (van een fundering)

Verwijzingen