Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ba·ja
enkelvoud meervoud
rebaja rebajas

Zelfstandig naamwoord

rebaja v

  1. korting, prijsverlaging
Synoniemen

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
rebajar

rebaja

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rebajar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rebajar