rammei
- ram·mei
vervoeging van |
---|
rammeien |
rammei
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rammeien
- Ik rammei.
- gebiedende wijs van rammeien
- Rammei!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rammeien
- Rammei je?
- Het woord rammei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rammei" herkend door:
15 % | van de Nederlanders; |
16 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be