ramière
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
ramière | la ramière | ramières | les ramières |
ramière v
- (dierkunde) vrouwelijke houtduif, Columba palumbus *
- (spreektaal) vrouwelijke luilak of luiaard
- «Le coach dit que ces deux filles-là sont des ramières, elles ne s’entraînent même pas!»
- De coach zegt dat die twee meisjes luilakken zijn, ze trainen zelfs niet![1]
- «Le coach dit que ces deux filles-là sont des ramières, elles ne s’entraînent même pas!»
- [1] In het zuidwesten van Frankrijk wordt deze benaming soms ook gebruikt voor een vrouwelijke holenduif, Columba oenas .
- vrouwelijke vorm van ramier
ramière
- vrouwelijk enkelvoud van ramier