vervoeging van
radiar

radia

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van radiar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van radiar


  • IPA: /raːdɪja/

radia

  1. genitief enkelvoud van radium
  2. nominatief meervoud van radium
  3. accusatief meervoud van radium
  4. vocatief meervoud van radium