rädas
Niet te verwarren met: räda |
- räd·as
Naar frequentie | 67261 |
---|
rädas
- onbepaalde wijs lijdende vorm van räda
rädas
- tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van räda
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
supinum |
rädas |
räddes |
- - - |
volledig |
rädas
- onovergankelijk, werkwoord met -s bang zijn, vrezen
- «Är det fritt val ska man inte rädas konkurrens.»
- Als er vrije keuze is, moet u niet bang zijn voor de concurrentie.
- «Är det fritt val ska man inte rädas konkurrens.»