Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: räda
  • räd·as
Naar frequentie 67261

rädas

  1. onbepaalde wijs lijdende vorm van räda

rädas

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van räda
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
rädas
räddes
- - -
volledig

rädas

  1. onovergankelijk, werkwoord met -s bang zijn, vrezen
    «Är det fritt val ska man inte rädas konkurrens.»
    Als er vrije keuze is, moet u niet bang zijn voor de concurrentie.