Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • punk·groep·jes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de punkgroepjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord punkgroep
    • Sommige acts, zoals de Party Animals en Mind Trust, hebben met hun eenvoudige stunteligheid wel iets weg van punkgroepjes in het midden van de jaren zeventig. [1]

Verwijzingen