proostte
- Geluid: proostte (hulp, bestand)
- IPA: / ˈprostə / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈprostə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈprostə/
- proost·te
vervoeging van |
---|
proosten |
proostte
- enkelvoud verleden tijd van proosten
- Ik proostte.
- Jij proostte.
- Hij, zij, het proostte.
- Ik proostte.
- Het woord proostte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.