profiteerde mee
- pro·fi·teer·de mee
vervoeging van |
---|
meeprofiteren |
profiteerde mee
- enkelvoud verleden tijd van meeprofiteren
- Ik profiteerde mee.
- Jij profiteerde mee.
- Hij, zij, het profiteerde mee.
- Ik profiteerde mee.
- Het woord profiteerde mee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.