profite
vervoeging van |
---|
profiter |
profite
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van profiter
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van profiter
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van profiter
- IPA: /prɔfɪtɛ/
- pro·fi·te
profite