• pro·fes·sors

de professorsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord professor


  • pro·fes·sors

professors, g

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van professor


  • pro·fes·sors
Naar frequentie > 50000

professors, m

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van professor