Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·fes·sors

Zelfstandig naamwoord

de professorsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord professor
Synoniemen


Deens

Woordafbreking
  • pro·fes·sors

Zelfstandig naamwoord

professors, g

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van professor


Noors

Woordafbreking
  • pro·fes·sors
Naar frequentie > 50000

Zelfstandig naamwoord

professors, m

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van professor