Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
prefereixo preferia preferit
3e vervoeging volledig

Werkwoord

preferir

  1. verkiezen (boven), de voorkeur geven aan, prefereren


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·fe·rir

Werkwoord

preferir

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
preferir
prefería
preferido
volledig
  1. overgankelijk verkiezen, prefereren, het liefst willen
  2. stellen, verkiezen boven, de voorkeur geven aan