preferir
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
prefereixo | preferia | preferit |
3e vervoeging | volledig |
preferir
- verkiezen (boven), de voorkeur geven aan, prefereren
- pre·fe·rir
preferir
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
preferir |
prefería |
preferido |
volledig |
- overgankelijk verkiezen, prefereren, het liefst willen
- stellen, verkiezen boven, de voorkeur geven aan