• pre·ci·seert
vervoeging van
preciseren

preciseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van preciseren
    • Jij preciseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van preciseren
    • Hij preciseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van preciseren
    • Preciseert!