preciseer
- pre·ci·seer
vervoeging van |
---|
preciseren |
preciseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van preciseren
- Ik preciseer.
- gebiedende wijs van preciseren
- Preciseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van preciseren
- Preciseer je?
- Het woord preciseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.