prae

  1. vooruit

prae + ablatief

  1. voor
    «Prae Caesare steti.»
    Ik stond voor de keizer.
  2. in vergelijking met

prae

  1. voor, aan de voorkant
  2. vooruit-, voorwaarts-
  3. voorbij-
  4. voortijdig
  5. bovenal, vooral