pommadeerden
- pom·ma·deer·den
vervoeging van |
---|
pommaderen |
pommadeerden
- meervoud verleden tijd van pommaderen
- Wij pommadeerden.
- Jullie pommadeerden.
- Zij pommadeerden.
- Wij pommadeerden.
- Het woord pommadeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.