• po·li·tisk
  • Afgeleid van het Deense zelfstandige naamwoord politikk met het achtervoegsel -isk
Naar frequentie 3311
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud politisk mere politisk mest politisk
o enkelvoud politisk
meervoud politiske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
politiske mere politisk mest politiske

politisk

  1. (politiek) politiek


  • po·li·tisk
  • Afgeleid van het Noorse zelfstandige naamwoord politikk met het achtervoegsel -isk
Naar frequentie 3361
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud politisk mer politisk mest politisk
o enkelvoud politisk
meervoud politiske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
politiske mer politisk mest politiske

politisk

  1. (politiek) politiek
    «Minst 23 politiske fanger er løslatt i Burma.»
    Minstens 23 politieke gevangenen worden in Birma vrijgelaten.


  • po·li·tisk
  • Afgeleid van het Nynorske zelfstandige naamwoord politikk met het achtervoegsel -isk
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud politisk meir politisk mest politisk
o enkelvoud politisk
meervoud politiske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
politiske meir politisk mest politiske

politisk

  1. (politiek) politiek