Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plooit op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opplooien

plooit (...) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opplooien
    • Jij plooit op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opplooien
    • Hij plooit op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opplooien
    • Plooit op! 

Gangbaarheid