Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pleit
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rechtsgeding, geschil’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1278 [1]
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘vaartuig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1252 [1]

Werkwoord

vervoeging van
pleiten

pleit

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van pleiten
  2. gebiedende wijs van pleiten

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen