Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plak·ten in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inplakken

plakten (...) in

  1. meervoud verleden tijd van inplakken
    • Wij plakten in. 
    • Jullie plakten in. 
    • Zij plakten in.