Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plak·ten aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanplakken

plakten aan

  1. meervoud verleden tijd van aanplakken
    • Wij plakten aan. 
    • Jullie plakten aan. 
    • Zij plakten aan. 


Gangbaarheid