pianospeelt
- Geluid: pianospeelt (hulp, bestand)
- pi·a·no·speelt
vervoeging van |
---|
pianospelen |
pianospeelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pianospelen
- ... dat jij pianospeelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pianospelen
- ... dat hij pianospeelt.
- Het woord pianospeelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.