Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·ma·nen·ter

Bijvoeglijk naamwoord

permanenter

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van permanent


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • perm·a·nen·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel per-
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

permanenter

  1. nominatief mannelijk meervoud van permanent