perkten
- perk·ten
vervoeging van |
---|
perken |
perkten
- meervoud verleden tijd van perken
- Wij perkten.
- Jullie perkten.
- Zij perkten.
- Wij perkten.
- Het woord perkten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
perken |
perkten