Catalaans

Uitspraak
  • Oosters
  • IPA: /pən'sa/
  • SAMPA: /p@n"sa/
  • Westelijk
  • IPA: /pen'sa/
  • SAMPA: /pen"sa/
  • Valenciaans
  • IPA: /pen'saɾ/
  • SAMPA: /pen"sa4/
Woordafbreking
  • pen·sar
stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
penso pensava pensat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

pensar

  1. denken


Portugees

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pensar
pensava
pensado
volledig

Werkwoord

pensar

  1. denken


Spaans

Uitspraak
  • IPA: /pen'saɾ/
Woordafbreking
  • pen·sar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pensar
pensaba
pensado
volledig

Werkwoord

pensar

  1. onovergankelijk denken, nadenken
  2. overgankelijk denken, overdenken
  3. menen, vinden
    «Pienso que no tienes que hacer.»
    Ik vind dat je dat niet moet doen.
    «Pienso que si.»
    Ik vind van wel.
  4. ~ en; denken aan
    «Pienso en ti.»
    Ik denk aan jou.
Verwante begrippen
Synoniemen