pelen
- pe·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pelen |
peelde |
gepeeld |
zwak -d | volledig |
pelen
- overgankelijk de huid grondig reinigen en ontdoen van dode cellen
- Tijdens een behandeling met microdermabrasie wordt met een diamanten ring in regelmatige bewegingen de huid intensief gepeeld.
- Het woord pelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pelen" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
pelar |
pelen
- aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pelar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pelar
vervoeging van |
---|
pelarse |
pelen