• pe·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pelen
peelde
gepeeld
zwak -d volledig

pelen

  1. overgankelijk de huid grondig reinigen en ontdoen van dode cellen
    • Tijdens een behandeling met microdermabrasie wordt met een diamanten ring in regelmatige bewegingen de huid intensief gepeeld. 
28 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


vervoeging van
pelar

pelen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pelar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pelar
vervoeging van
pelarse

pelen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pelarse
  2. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pelarse