Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pekt in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inpekken

pekt (...) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inpekken
    • Jij pekt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inpekken
    • Hij pekt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inpekken
    • Pekt in! 

Gangbaarheid